Beleidsplan Veilige Kerk inclusief gedragscode.
Protestantse Gemeente te Smilde
Versie september 2025
Inleiding:
Een Kerkgemeenschap hoort een veilige plek te zijn; dat verwachten wij van een kerk, ook in Smilde. Een veilige kerk is een geloofsgemeenschap waarvan de leden alle mensen met wie zij binnen en buiten de kerk in contact zijn, met respect behandelen.
Paulus gebruikt voor de gemeente van Christus het beeld van het lichaam dat een eenheid is die uit vele delen bestaat. Er zijn verschillende gaven, maar er is één Heer. En hoewel er heel verschillende ambten en taken te vervullen zijn, kan de één niet zeggen dat hij of zij méér is of belangrijker dan de ander. In ieder werkt één en dezelfde Geest (1Kor:12 4-31).
Concreet betekent dit dat niemand misbruik mag maken van zijn/haar positie, en dat de mensen die leiding geven aan onze kerk, de leden van de Kerkenraad, als eerste verantwoordelijk zijn voor die veiligheid.
Tegelijk is het goed om te benoemen dat ieder gemeentelid ook zelf verantwoordelijk is om te zorgen voor veiligheid binnen onze gemeente. Alleen samen kunnen we werken aan een veilige omgeving, met name voor kinderen, mensen met een beperking, of volwassenen in kwetsbare situaties.
Eén van de voorwaarden om te komen tot een veilig klimaat in de gemeente, is het vermogen om open en respectvol met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Dat lijkt een 'open deur', maar het blijkt in de praktijk nog best lastig om over een kwetsbaar onderwerp als grensoverschrijdend gedrag, met elkaar te praten.
Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan wij:
- Ongepast (sexueel) gedrag en/of opmerkingen
- Machtsmisbruik en/of manipulatie
- Financieel misbruik
- Huiselijk geweld
De Kerkenraad volgt met dit beleidsplan ‘Veilige Kerk’, de richtlijnen van de Landelijke Protestantse Kerk Nederland (voor verdere info zie https://protestantsekerk.nl/thema/veilige-gemeente).
Dit beleidsplan bestaat uit onderstaande onderdelen:
Hoofdstuk 1. Het bespreekbaar maken van het thema ´Veilige Kerk´.
Hoofdstuk 2. Gedragscode.
Hoofdstuk 3. Vertrouwenspersonen.
Hoofdstuk 4. Aanstellingsbeleid en invoering van VOG.
Hoofdstuk 5. Melden van grensoverschrijdend gedrag.
Hoofdstuk 6. Vaststelling en borging.
Hoofdstuk 1. Het bespreekbaar maken van het thema ´een veilige kerk´.
Het is een misverstand te denken dat het thema ´een veilige kerk´ alleen of vooral over seksueel misbruik gaat. Onder dit thema verstaan wij dat het leven van de gemeente dat gekenmerkt wordt door een sfeer en een omgeving waarbinnen eenieder zich veilig en gerespecteerd kan voelen. Dit is een ideaal dat permanente aandacht vraagt, in het bijzonder van mensen die een leidinggevende functie bekleden. Grensoverschrijdend gedrag komt overal voor, dus ook in de kerk. Veiligheid in de kerk begint met openheid, en vertrouwen. We zullen het gesprek samen moeten voeren over dit kwetsbare onderwerp. Informatieverstrekking is belangrijk, om te weten wat met grensoverschrijdend gedrag bedoeld wordt, welke vormen er zijn en wat de gevolgen zijn. Met een beleidsplan ´Veilige Kerk´ worden handvatten geboden om met het onderwerp aan de slag te gaan. Dit vraagt om wijsheid. We moeten met elkaar nadenken over wat voor kerk wij willen zijn. Wat willen we onze kinderen meegeven? Hebben we voldoende oog voor de kwetsbare gemeenteleden? Zijn we ons voldoende bewust van verschillende kwetsbaarheden, traumatische ervaringen van gemeenteleden? Hoe gaan we om met thema´s als ´macht en onmacht´? Er wordt misbruik gemaakt van een situatie of positie voor eigen belang. Soms is er sprake van ernstig misbruik, in andere gevallen lijkt het een licht vergrijp of niet meer dan een onachtzaamheid. Dat wil echter niet zeggen dat iemand er niet onder lijdt. Waar liggen de grenzen van wat in vertrouwen wordt gedeeld? Weten wij of mensen het durven aangeven als anderen over hun grenzen gaan? Is het in heel onze gemeente bekend waar men terecht kan in geval van grensoverschrijdend gedrag en hoe vervolgens met die melding wordt omgegaan? Veel vragen die om aandacht vragen. Een veilige omgeving in onze kerkgemeenschap is in overeenstemming met de boodschap van het Evangelie. Een veilige omgeving met duidelijke afspraken biedt ruimte voor gezonde groei in onze gemeente. Daar zijn we gezamenlijk verantwoordelijk voor!
Hoofdstuk 2. Het vaststellen van de Gedragscode.
Voor een veilige gemeente zijn we samen verantwoordelijk. Met elkaar spreken we daarom deze gedragscode af. Voor iedereen binnen en buiten onze eigen gemeenschap zijn we hierop aanspreekbaar.
Deze gedragscode is opgesteld ter bescherming van alle leden van de kerk en dus ook ter bescherming van de vrijwilligers zelf.
Deze gedragscode geldt voor alle vrijwilligers op elk terrein van zijn of haar taken binnen de kerkelijke gemeente, en geldt eveneens voor de beroepskrachten in onze gemeente.
Deze gedragscode wordt bij de benoeming of aanstelling aan de vrijwilliger overhandigd en met haar/hem besproken. De vrijwilliger wordt tevens geïnformeerd over het Beleid Veilige Kerk, de gedragscode en de vertrouwenspersonen van de gemeente. De vrijwilliger verklaart zich door de acceptatie van de taak c.q. functie akkoord met de inhoud van de Gedragscode en het Beleid Veilige Kerk.
Terminologie:
A. Veilige omgeving
We werken samen aan een omgeving en een sfeer waarbinnen iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt en vrijuit het geloof kan beleven.
B. Respect
We respecteren elkaar en anderen. We benaderen de ander niet op een manier die haar of hem in waardigheid en/of integriteit aantast. Dit geldt in het bijzonder voor minderjarigen en andere kwetsbaren. We zijn zorgvuldig bij pastorale en diaconale contacten, omdat we weten dat machtsverschillen hier een rol kunnen spelen.
C. Geheimhouding en privacy
We gaan zorgvuldig om met vertrouwelijke en/of persoonlijke informatie of gegevens van anderen. Dit geldt ook voor alles waar geheimhoudingsplicht betrekking op heeft. We gaan zorgvuldig om met de privacy van een ander.
D. Integriteit
We respecteren elkaars rechten, doen niemand kwaad en maken op geen enkele manier misbruik van elkaar.
We respecteren elkaars lichamelijke integriteit en gaan terughoudend om met fysiek contact.
E. Taalgebruik
Ons taalgebruik is respectvol. We stellen geen ongepaste vragen en maken geen ongewenste (seksueel getinte) opmerkingen over het persoonlijke leven of uiterlijk van anderen.
We uiten ons met respect over anderen, ook via digitale communicatiekanalen en wanneer iemand niet aanwezig is. We roddelen niet en maken geen kwetsende grappen of opmerkingen.
F. Financiële belangen
We vermijden elke vorm van belangenverstrengeling, ook op financieel gebied. Met giften gaan we zorgvuldig om, zowel bij het doorgeven als het aannemen ervan.
G. Seksueel misbruik
We volgen in geval van (seksueel) misbruik door vrijwilligers of beroepskrachten, of bij vermoedens daarvan, het Protocol voor gemeenten die geconfronteerd worden met (seksueel) misbruik in pastorale en gezagsrelaties. Onder seksueel misbruik wordt verstaan: iedere vorm van grensoverschrijdend gedrag, misbruik van macht of vertrouwen, waarbij een machtsverschil of een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen de (vermoedelijk) benadeelde en de beschuldigde, waarbij de beschuldigde een vrijwilliger of beroepskracht binnen de Protestantse Kerk in Nederland is. Alle seksuele handelingen, contacten en relaties tussen een vrijwilliger en een minderjarige zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.2
H. Een cultuur van openheid
We werken actief aan een cultuur van openheid, die bijdraagt aan een veilige omgeving binnen de gemeente. We zijn alert op signalen van ongewenst gedrag en spreken elkaar daar respectvol op aan.
Twijfelen we over ons eigen gedrag of dat van een ander, dan kunnen we altijd contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen.
2 De definitie van misbruik van een pastorale relatie of gezagsrelatie staat beschreven in Generale Regeling 11. Kerkelijke rechtspraak, artikel 17 lid 1 van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland.
Hoofdstuk 3. Vertrouwenspersonen.
Samen met onze buurgemeentes in Boven- en Hoogersmilde, is er een vertrouwenspersoon aangesteld. Het is wenselijk om 2 vertrouwenspersonen te hebben, man en vrouw; daar zijn we bij schrijven van dit beleidsplan nog mee bezig.
Deze persoon is er voor iedereen die iets wil delen wat niet zomaar besproken kan worden. Misschien is er iets gebeurd wat u/je lastig vindt. Misschien maakt u/maak jij je zorgen over iemand anders. Of misschien heeft u/heb je vragen over wat wel of niet gepast is binnen de gemeente. Dan kunt u/kun jij terecht bij de vertrouwenspersoon.
De vertrouwenspersoon luistert naar uw/je verhaal en denkt met u/je mee. Alles wat u/je deelt, wordt vertrouwelijk behandeld, tenzij er sprake is van ernstige situaties waarin actie nodig is. De vertrouwenspersoon helpt om helder te krijgen wat u/je zelf wilt en wat er mogelijk is. Soms is dat een gesprek, soms kan er bemiddeld worden, en soms is het nodig dat er melding wordt gedaan bij een instantie buiten de kerk.
De vertrouwenspersoon heeft niet meerdere rollen in de gemeente, en heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeente. De kerkenraad benoemt de vertrouwenspersoon en heeft de verantwoordelijkheid voor het proces van veilige kerk binnen de gemeente. De vertrouwenspersoon heeft een training gevolgd om goed uitgerust te zijn voor zijn/haar taak.
De vertrouwenspersoon voor onze gemeente is:
Dhr. Bert de Jonge, e-mailadres: bertdejonge1959@gmail.com.
Hoofdstuk 4. Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)
Om veiligheid te waarborgen is het belangrijk dat mensen die een bijzondere taak hebben in de kerk, zoals het begeleiden van kinderen of het bezoeken van kwetsbare ouderen, zorgvuldig worden geselecteerd. Volgens het besluit van de Generale Synode va de PKN is vanaf 1-7-2025 een VOG verplicht voor vrijwilligers en beroepskrachten. Over het algemeen geldt dat voor hen die:
- Eén-op- één contacten hebben met kwetsbare groepen (ouderen, jongeren, mensen met een verstandelijke beperking).
- Vertrouwelijke gegevens verwerken
- Met financiën omgaan.
Dit zijn:
a. Alle ambtsdagers
b. Alle anderen die namens de gemeente pastorale taken hebben.
c. Mensen in functies die daarmee op regelmatige basis (bege)leiding geven aan minderjarigen of kwetsbare mensen zodat een persoonlijke band kan ontstaan.
d. Mensen in functies waarin men herhaaldelijk als enige volwassene samen is met minderjarigen of kwetsbare mensen.
e. Vertrouwenspersonen
f. Mensen in overige functies waarbij de VOG, door de kerkenraad als zinvol preventief middel wordt geacht.
De kerkorde is duidelijk maar geeft ook ruimte voor een eigen invulling. Als er regelmatig persoonlijk contact is met één of meer kwetsbare personen, op zo’n manier dat er een persoonlijke band kan ontstaan, dan is een VOG verplicht, anders niet.
Het is een officieel document van de overheid, waarin staat dat iemand geen strafbare feiten heeft gepleegd die relevant zijn voor de taak die hij of zij uitvoert.
De VOG is strikt gekoppeld aan de werkzaamheden binnen onze gemeente. Een vrijwilliger kan daarom geen VOG inleveren die hij/zij via werkzaamheden bij een andere organisatie heeft gekregen.
De VOG wordt gratis aangevraagd via de kerk. Bij het aannemen van een taak waarin met kwetsbare mensen gewerkt wordt, wordt de VOG standaard gevraagd. Ook wordt deze verklaring elke vijf jaar opnieuw aangevraagd, om de zorgvuldigheid te waarborgen. De kerkenraad draagt zorg voor een correcte verwerking van deze gegevens.
De aanvraagprocedure.
De kerkenraad stelt 1 of 2 personen aan die bevoegd zijn om de VOG’s aan te vragen. Dit hoeft geen kerkenraadslid te zijn. Deze persoon krijgt van de kerkenraad een lijstje met mensen die voor de VOG in aanmerking komen. Voor vrijwilligers is een VOG gratis. De aanvraag voor beroepskrachten is niet gratis, en verloopt via Justis. Er zijn twee vereisten voor de aanvraag van een VOG voor vrijwilligers:
- De gemeente dient preventief beleid ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag te hebben en dit beleid ook in de praktijk uit te oefenen. Zie beleidsplan Veilige Kerk/Gedragscode.
- De gemeente dient een Kamer van Koophandel-nummer te hebben én toegang tot de overheid via E-herkenning niveau 2+.
Voor de aanvraagprocedure voor vrijwilligers is een DigiD noodzakelijk. Als de vrijwilliger niet over een DigiD beschikt, moet de aanvraag schriftelijk gedaan worden via de gemeente Midden-Drenthe, en is de aanvraag niet meer gratis.
De beoordeling van de aanvraag vindt plaats via zogenaamde screeningsprofielen. Als onverhoopt geen VOG voor de vrijwilliger wordt afgegeven, is het van belang om passende zorg/begeleiding te geven aan deze persoon.
Bewaarplicht en geldigheidsduur VOG's
VOG’s hoeven niet door de gemeente bewaard te worden, aangezien er geen wettelijke verplichting of kerkelijke reden voor is. Gemeentes moeten wel bijhouden wie een VOG heeft kunnen laten zien.
Er is geen specifieke geldigheidsduur voor een VOG. Deze geeft alleen de situatie op het moment van afgifte weer. Wanneer iemand zijn of haar taken beëindigt en later opnieuw dezelfde of een andere taak op zich neemt, dient er een nieuwe VOG aangevraagd te worden. Dit geldt ook voor ambtsdragers die herkozen worden. Hoewel er geen formele geldigheidsduur voor een VOG bestaat, adviseert de PKN een hernieuwing om de vijf jaar. De deelname aan de Regeling Gratis VOG is eveneens geldig voor vijf jaar, waarna een nieuwe aanvraag voor verlenging nodig is. De procedure voor de verlenging is gelijk aan de oorspronkelijke aanvraag.
Hoofdstuk 5. Melden van grensoverschrijdend gedrag
Ondanks alle goede bedoelingen kan het toch gebeuren dat er iets misgaat in de omgang met elkaar. Iemand maakt een ongepaste opmerking, een kind voelt zich onveilig bij een leider, of een gemeentelid ervaart druk of manipulatie. In zulke gevallen is het belangrijk dat je weet waar je terechtkunt.
De eerste stap is altijd: praat erover. Dat kan met een ouderling, een predikant of een vertrouwenspersoon. Het belangrijkste is dat je er niet mee blijft rondlopen. Samen kijken we wat er nodig is: een gesprek, bemiddeling, begeleiding of, als het ernstiger is, een officiële melding.
Als het om ernstig grensoverschrijdend gedrag gaat, zoals misbruik of bedreiging, kan de vertrouwenspersoon samen met de melder stappen zetten richting het Landelijk Meldpunt Misbruik van de Protestantse Kerk. Ook contact met hulpverleningsinstanties of de politie kan dan aan de orde zijn. Alles gebeurt in overleg, met aandacht voor alle betrokkenen, en met zorgvuldigheid als uitgangspunt.
Hoofdstuk 6. Vaststelling en borging
Dit document is vastgesteld door de kerkenraad van de Protestantse Gemeente te Smilde op …. (datum) en treedt in werking per ….(datum). Alle betrokkenen dienen kennis te nemen van dit document en zich aan de gedragscode te houden.
Deze gedragscode dient elke 5 jaar her beoordeeld en goedgekeurd worden.